In bijna elke moderne auto zit ergens op het dashboard een knop met een autootje dat lijkt te slippen, vaak met het woord OFF eronder. Veel bestuurders hebben geen idee wat dit precies betekent, terwijl het een van de belangrijkste veiligheidssystemen van de auto aanstuurt.
Wat dit systeem eigenlijk doet
De knop is verbonden met het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP) of met de tractiecontrole. Beide werken samen om gripverlies tegen te gaan. Het systeem gebruikt sensoren die meten hoe snel de wielen draaien, welke stuurbewegingen je maakt en hoe de auto reageert. Zodra er gevaar is voor slippen of doorspinnende wielen, grijpt het automatisch in door motorvermogen te verminderen of afzonderlijke wielen af te remmen. Het resultaat is dat je meer controle houdt, vooral bij natte of gladde wegen.
Wanneer je het beter uit kunt schakelen
Hoewel het systeem normaal gezien juist veel extra veiligheid biedt, zijn er enkele situaties waarin het nuttig kan zijn om het tijdelijk uit te schakelen. Denk aan diepe sneeuw of modder, waar je wielen even moeten doorslippen om de auto in beweging te krijgen. Met het systeem ingeschakeld grijpt de elektronica te snel in, waardoor je juist vast blijft staan. Door de knop kort in te drukken kun je jezelf loswerken, waarna je het systeem weer aanzet.
De rol van kou en gladheid
Vooral in de winter merk je hoe waardevol dit systeem is. Bij vorst, ijzel en sneeuw helpt het om slippen te voorkomen en veilig door bochten te sturen. Het uitschakelen is in die omstandigheden alleen verstandig als je echt muurvast zit en de wielen wat meer vrijheid nodig hebben. Zodra je weer rijdt, is het veiliger om de functie onmiddellijk terug te activeren.
Kort gezegd: dit knopje schakelt niet zomaar iets kleins uit, maar bepaalt of een van de belangrijkste hulpsystemen van je auto actief is. In bijna alle gevallen laat je het gewoon aan staan. Alleen bij specifieke situaties, zoals loskomen uit diepe sneeuw of modder, kan het tijdelijk uitzetten verschil maken.