Elke verkiezing voor de Tweede Kamer draait uiteindelijk om één ding: zetels. Maar hoeveel stemmen heb je eigenlijk nodig om een zetel te winnen? Dat wordt bepaald door de kiesdeler – en niet door een vaste kiesdrempel, zoals in sommige andere landen. Hieronder lees je precies hoe dat werkt, met voorbeelden die het inzichtelijk maken.
Wat is de kiesdeler?
De kiesdeler is het aantal stemmen dat nodig is voor één zetel in de Tweede Kamer. Dat aantal wordt berekend door het totaal aantal geldige stemmen te delen door het aantal beschikbare zetels – 150 in totaal.
Een rekenvoorbeeld maakt het duidelijk:
Tijdens de verkiezingen van 2021 werden er 10.422.852 geldige stemmen uitgebracht. Deel je dat door 150, dan kom je uit op 69.485 stemmen. Dat was dus in 2021 de kiesdeler: elke partij moest minstens zoveel stemmen behalen om één zetel te bemachtigen.
Hoe meer mensen gaan stemmen, hoe hoger de kiesdeler automatisch wordt. Bij een lagere opkomst is er juist minder nodig voor een zetel.
Is er een kiesdrempel in Nederland?
In tegenstelling tot landen als Duitsland of Turkije kent Nederland geen formele kiesdrempel. Dat betekent dat er geen minimumpercentage van stemmen vereist is om de Kamer in te komen. Theoretisch zou een partij met ongeveer 0,67 procent van de stemmen al één zetel kunnen behalen (want 1/150 ≈ 0,67%).
Deze lage drempel zorgt ervoor dat ook kleinere partijen een kans maken. Dat verklaart waarom Nederland vaak een zeer versnipperd parlement heeft, met veel verschillende fracties.
De groepskiesdeler uitgelegd
Sommige partijen doen niet in alle kieskringen met exact dezelfde lijst mee. In dat geval wordt de groepskiesdeler toegepast. Dat is de kiesdeler die geldt voor de verdeling van de behaalde zetels over de verschillende lijsten van één partij.
Stel dat een partij in meerdere regio’s aparte kandidatenlijsten heeft, dan telt het totaal aantal stemmen op al die lijsten samen voor de landelijke zetelverdeling. Daarna wordt gekeken welke regionale lijsten binnen die partij de meeste stemmen hebben gekregen – en dus waar de zetels terechtkomen.
Wat is de voorkeurdrempel?
Niet alleen partijen, maar ook individuele kandidaten kunnen rechtstreeks gekozen worden – als ze genoeg voorkeurstemmen krijgen. Hiervoor geldt de voorkeurdrempel, die is vastgesteld op 25 procent van de kiesdeler.
Bij de verkiezingen van 2021 kwam dat neer op 25% van 69.485 stemmen, oftewel 17.372 voorkeurstemmen. Een kandidaat die dat aantal haalt, komt in principe met voorrang in de Kamer, zelfs als hij of zij lager op de lijst stond.
Het is zeldzaam dat iemand op deze manier wordt verkozen, maar het gebeurt wel. Bekende voorbeelden zijn Tjeerd de Groot (D66) en Leonie Vestering (Partij voor de Dieren), die met voorkeurstemmen een Kamerzetel binnensleepten.
Waarom deze regels belangrijk zijn
De combinatie van een lage kiesdeler en het ontbreken van een kiesdrempel maakt het Nederlandse systeem bijzonder open en democratisch. Het biedt ruimte aan nieuwe en kleine partijen om hun stem te laten horen. Dat zorgt voor diversiteit in de Kamer, maar maakt het vormen van een stabiel kabinet soms lastiger.
De voorkeurdrempel zorgt daarnaast voor een directe band tussen kiezer en kandidaat. Burgers kunnen zo iemand persoonlijk in de Kamer stemmen, los van de positie op de lijst.
Hoe het straks kan uitpakken
Bij de komende verkiezingen zal de kiesdeler opnieuw afhangen van de opkomst. Gaan er bijvoorbeeld 11 miljoen mensen stemmen, dan komt de kiesdeler uit op ongeveer 73.333 stemmen per zetel. Blijft de opkomst rond de 10 miljoen, dan zakt dat naar zo’n 66.666 stemmen.
Het verschil lijkt klein, maar kan voor kleine partijen het verschil betekenen tussen wél of niet een zetel behalen. Daarom volgen politieke partijen de voorlopige opkomstcijfers altijd met grote belangstelling.
De kiesdeler vormt het hart van het Nederlandse kiesstelsel. Zonder formele kiesdrempel is de drempel om de Kamer te bereiken laag, maar niet vanzelfsprekend makkelijk. De voorkeurdrempel biedt daarnaast een extra mogelijkheid voor kandidaten die persoonlijk veel steun krijgen.
Het systeem laat zien hoe iedere stem daadwerkelijk telt. En dat maakt stemmen niet alleen een recht, maar ook een invloedrijk instrument.
Wat vind jij van het Nederlandse systeem? Moeten we een officiële kiesdrempel invoeren of juist vasthouden aan de huidige open structuur? Laat het weten op onze Facebookpagina en praat mee in de discussie!
Bron: Kiesraad.nl