Met nog elf dagen te gaan tot de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025, stijgt de spanning in Den Haag tot een kookpunt. Nieuwe peilingen onder bijna 7500 Nederlanders laten zien dat de electorale verhoudingen op losse schroeven staan. Niet alleen schuiven partijen flink, ook strategisch stemgedrag lijkt dit keer een doorslaggevende rol te gaan spelen.
Schuivende machtsblokken na het RTL-debat
De meest recente verschuivingen zijn vooral te herleiden naar het RTL-debat van 12 oktober. Opvallend detail: Geert Wilders ontbrak vanwege veiligheidsproblemen, terwijl Rob Jetten van D66 onverwacht kon deelnemen – en dat bleek een gouden zet. Onder de kijkers werd Jetten overtuigend als winnaar gezien, wat direct terug te zien is in de zetelverdeling.
D66 steeg met drie zetels naar 17, het CDA won er twee bij en staat nu op 24, terwijl de VVD één zetel toevoegde en op 16 komt. De PVV leverde daarentegen drie zetels in en zakt naar 28, terwijl JA21 twee zetels verliest en FVD er juist één wint. Volt moet eveneens een zetel prijsgeven, mede door het momentum van D66.
Les uit 2023: alles kan nog veranderen
De geschiedenis herhaalt zich mogelijk. In 2023 stond de PVV elf dagen voor de verkiezingen nog zestien zetels lager dan de uiteindelijke uitslag. Dat laat zien hoe beslissend de laatste week kan zijn, zeker met debatten die nog volgen. Destijds zorgde het SBS-debat voor een late verschuiving van kiezers richting Wilders, onder wie velen die eerder nooit overwogen op hem te stemmen.
De huidige balans tussen zekerheid en twijfel
Volgens het onderzoek zegt 52% van de kiezers zeker te weten op wie zij gaan stemmen. Bij de PVV ligt dat percentage het hoogst met 61%, gevolgd door GroenLinks-PvdA met 54%, VVD met 48%, CDA met 43% en JA21 met 38%.
Tegelijkertijd houdt een aanzienlijk deel de deur open voor andere partijen. Zo kan de PVV nog zo’n 6% extra winnen, goed voor negen zetels, voornamelijk afkomstig van JA21 en FVD. D66, GroenLinks-PvdA en CDA hebben elk een potentieel groeipotentieel van 3 tot 5 zetels. Het spel is dus nog lang niet gespeeld.
De theoretische maxima per partij
Wanneer ook de kiezers worden meegerekend die een partij een kleine kans geven, ontstaan opmerkelijke verschillen tussen het huidige en het maximale potentieel. De blauwe en gele segmenten in de peiling tonen het reële maximum, terwijl een extra groene marge de theoretische bovengrens aangeeft.
Zo heeft de PVV, ondanks een lichte terugval, nog altijd de grootste groeimarge. Als slechts een kwart van de twijfelende kiezers alsnog overstapt, zou dat opnieuw kunnen leiden tot een spectaculaire eindsprint – zoals in 2023 gebeurde.
De invloed van opkomst en motivatie
De opkomst kan eveneens een doorslaggevende factor worden. Ligt deze lager dan 77%, dan profiteren vooral partijen met zeer loyale achterbannen, zoals de PVV en BBB. Een hogere opkomst daarentegen kan gunstig uitpakken voor partijen met meer stedelijke of progressieve kiezers, zoals D66 en GroenLinks-PvdA.
Twee tegengestelde magneten domineren het speelveld
Wat deze verkiezingen uniek maakt, is de ongekend sterke polarisatie rond de twee kopstukken: Geert Wilders en Frans Timmermans. Beide trekken een trouwe achterban, maar roepen ook hevige afkeer op bij de andere kant van het spectrum.
Uit het onderzoek blijkt dat 52% van de Nederlanders “heel negatief” is over het idee dat Wilders premier zou worden, terwijl 49% datzelfde zegt over Timmermans. De grafiek van deze cijfers lijkt bijna een spiegelbeeld – een politieke tweedeling die de campagne bepaalt.
Strategisch stemmen als breekijzer
Ongeveer een kwart van de kiezers overweegt strategisch te stemmen. Dat betekent dat ze hun voorkeur tijdelijk opzijzetten om te voorkomen dat hun minst favoriete partij de grootste wordt. In dit geval draait het om de strijd tussen de PVV en GroenLinks-PvdA.
Aan de rechterkant zou dat betekenen dat kiezers mogelijk overstappen naar een partij die expliciet zegt niet met Timmermans te willen regeren. Aan de linkerkant kan het juist kiezers mobiliseren om Wilders te blokkeren.
De PVV beschikt over het grootste aantal potentiële strategische kiezers – goed voor circa acht zetels. De vraag is of die kiezers trouw blijven of dat zij in de laatste dagen overstappen naar partijen als VVD of CDA, die zich profileren als brug naar een centrumrechts kabinet.
De laatste tien dagen als beslissende fase
Met nog tien dagen te gaan, zijn de kaarten nog lang niet geschud. Het komende SBS-debat op donderdag kan grote invloed hebben, vooral omdat de kijkers daarvan overwegend rechts georiënteerd zijn. De dagen erna volgen nog publieke debatten, die vooral bepalend zullen zijn voor D66, CDA en GroenLinks-PvdA.
De combinatie van late beslissers, strategisch stemgedrag en de sterke emoties rond Wilders en Timmermans belooft een ongekend spannende eindfase. Het politieke speelveld is vloeibaarder dan ooit, en zelfs kleine verschuivingen kunnen grote gevolgen hebben.
De race om het Torentje is dus nog allesbehalve beslist. Welke partij de grootste wordt, hangt niet alleen af van standpunten of debatten, maar vooral van het gevoel van kiezers over wie ze wél en vooral niet in het Catshuis willen zien.
Wat denk jij: blijft Wilders aan kop, of weet Timmermans de eindsprint te winnen? Praat mee over deze spannende verkiezingsstrijd op onze Facebookpagina.
Naast deze zetelpeiling treft u in dit artikel ook een berekening van de electorale potentie per partij voor #TK2025 aan.https://t.co/vw7fMVuciT pic.twitter.com/LsZbw3N4tq
— Maurice de Hond (@mauricedehond) October 19, 2025