Je riskeert een flinke boete als een boa je kind betrapt terwijl het met stoepkrijt tekent.

Op een warme zomermiddag klinkt niets zo vertrouwd als het geluid van krijt dat over stoeptegels glijdt. Kinderen tekenen hartjes, zonnetjes en kleurrijke dieren terwijl hun fantasie de vrije loop krijgt. Maar dit alledaagse tafereel staat onder druk.

In meer dan 300 Nederlandse gemeenten geldt stoepkrijten inmiddels als een overtreding. Waar vroeger een hinkelbaan op de stoep werd gezien als onschuldig spel, kan het nu leiden tot een boete die kan oplopen tot 150 euro. Zelfs de allerkleinste regenboog kan daarmee een prijskaartje krijgen.

Gemeenten nemen stoepkrijten op in hun Algemene Plaatselijke Verordening uit angst voor reclame-uitingen of aantasting van het straatbeeld. Maar als kindertekeningen onder dezelfde regels vallen als illegale graffiti, rijst de vraag of het beleid niet doorgeslagen is.

Hoewel veel handhavers niet direct optreden, blijft het risico bestaan. De dreiging van een sanctie kan ouders en kinderen ontmoedigen om buiten creatief bezig te zijn. Dat wringt, zeker in een tijd waarin kinderen al steeds minder buiten spelen.

Stoepkrijt is juist laagdrempelig, sociaal en ongevaarlijk. Het biedt kinderen een uitlaatklep voor hun fantasie en bevordert ontmoeting in de buurt. Door het als overlast te bestempelen, wordt een belangrijke vorm van vrije expressie onterecht in een negatief daglicht gezet.

Ouders doen er verstandig aan de lokale regels te checken. In sommige gemeenten is er ruimte voor onderscheid tussen kinderspel en commerciële uitingen, maar in andere plaatsen gelden rigide regels zonder nuance. Toch zijn er hoopvolle signalen.

In verschillende steden hebben burgers met succes regels laten aanpassen. Door gesprekken aan te gaan met gemeenten, kan beleid menselijker worden gemaakt. Zo blijkt dat lokale betrokkenheid echt verschil maakt.

Het roept ook bredere vragen op over handhaving. Is dit werkelijk waar capaciteit aan besteed moet worden? Of zou er meer begrip mogen zijn voor het spontane karakter van kindertekeningen die na de eerste regenbui al verdwijnen?

Gelukkig zijn er gemeenten waar stoepkrijten wél wordt aangemoedigd. Tijdens buurtinitiatieven of evenementen is het soms zelfs onderdeel van het programma. Het laat zien dat beleid ook vriendelijk en verbindend kan zijn, in plaats van uitsluitend beperkend.

De discussie over stoepkrijt raakt aan iets groters: hoe willen we met elkaar samenleven? Geven we kinderen en buurtbewoners de ruimte om de straat op te fleuren, of zetten we alles vast in strikte regels? In dat spanningsveld ligt de kern van het debat.

Kinderen die met krijt een bloem tekenen, horen niet thuis in de strafhoek. Ze maken de buurt levendig, speels en menselijk. Een vriendelijke glimlach van een voorbijganger doet meer dan een boete ooit zal bereiken.

Laat kinderen vooral buiten zijn, tekenen en lachen. Een stoepkrijttekening vervaagt snel, maar de herinnering aan een middag vol fantasie blijft hangen. Dat is pas waardevol.

Wat denk jij: moet stoepkrijten worden aangemoedigd of aangepakt? Deel je mening en ervaring op onze Facebookpagina en praat mee!
Bron: Nieuwspauze.nl