Paniek in Den Haag? D66 en VVD staan met de koppen tegen elkaar

De politieke kaarten zijn geschud en de eerste barsten in de formatie zijn meteen zichtbaar. Terwijl de verkenningsfase officieel pas net begonnen is, staan D66 en VVD nu al lijnrecht tegenover elkaar. De brieven die beide partijen aan verkenner Wouter Koolmees hebben overhandigd, laten niets aan de verbeelding over: er is geen enkele bereidheid om toe te geven. En dat belooft een taai formatieproces te worden.

Duidelijkheid schept spanning

Wat bedoeld was als een moment van helderheid, lijkt juist olie op het vuur te gooien. De coalitievoorkeuren zijn nu zwart op wit vastgelegd, en meteen wordt duidelijk hoe groot de kloof is tussen de liberalen en de sociaal-progressieven. D66 mikt op een samenwerking met VVD, CDA en GroenLinks-PvdA – een combinatie die volgens Rob Jetten stabiliteit en deskundigheid garandeert.

Bij de VVD ziet men dat echter totaal anders. Voor partijleider Dilan Yeşilgöz is een samenwerking met GroenLinks-PvdA simpelweg ondenkbaar. Ze herhaalt keer op keer dat de VVD geen kabinet zal vormen met de linkse fusiepartij. Volgens haar is dat een belofte aan de achterban, geen onderhandelingspunt.

Ideologische muur tussen links en rechts

De inhoudelijke verschillen zijn groot en worden steeds scherper neergezet. De VVD wil strengere nationale asielmaatregelen, lagere lasten voor bedrijven en hogere uitgaven aan defensie. Alleen al over dat laatste punt liep het mis: waar Yeşilgöz dacht steun te vinden bij GroenLinks-PvdA, blijkt dat de linkse partij slechts tot 2030 extra geld wil uittrekken, zonder de NAVO-norm volledig te halen.

En dan is er nog het pijnpunt van de zorg. De VVD wil miljarden besparen op het zorgbudget, terwijl GroenLinks-PvdA juist meer wil investeren in personeel en toegankelijkheid. Het gevolg: een muur van onenigheid waar geen enkel compromis in zicht is. Binnen de VVD-gangen klinkt het zelfs resoluut: “Wij gaan geen millimeter opschuiven.”

De droomcoalitie van Jetten wankelt

D66 probeert ondertussen vast te houden aan een coalitie ‘door het midden’. Rob Jetten wil samenwerken met partijen die volgens hem bewezen hebben verantwoordelijkheid te nemen en die over de juiste deskundigheid beschikken. Zijn voorkeur voor VVD, CDA en GroenLinks-PvdA levert samen een comfortabele meerderheid op van 86 zetels.

Maar dat scenario is volgens de VVD een illusie. De liberalen schuiven liever JA21 naar voren als partner, waarmee ze op 75 zetels zouden komen. In hun brief aan Koolmees stelt Yeşilgöz dat een coalitie met GroenLinks-PvdA “niet in staat is om de huidige problemen in het land op te lossen”. Daarmee wordt feitelijk de deur naar Jettens middenvariant dichtgegooid nog voordat de gesprekken echt zijn begonnen.

De macht van het Torentje

Achter de schermen speelt nog een ander motief: de strijd om het Torentje. Als D66 daadwerkelijk wil regeren, zal de partij concessies moeten doen – of zoals binnen de VVD gefluisterd wordt: offers brengen. Het premierschap is immers het ultieme machtsmiddel. De grootste partij levert traditioneel de premier, en dat voordeel, de zogenoemde premierbonus, weegt zwaar mee in de onderhandelingstactiek van de liberalen.

Bij D66 is men zich daar terdege van bewust, maar laat men zich niet intimideren. Bronnen binnen de partij benadrukken dat dit nog slechts de aftrap van de verkenning is. “In deze fase worden nu eenmaal piketpaaltjes geslagen,” klinkt het. Toch is de herinnering aan eerdere formaties nog vers: in 2017 en 2021 wist Mark Rutte steeds zijn zin door te drukken, iets wat bij D66 nog altijd wrang voelt.

Koolmees in de spagaat

Verkenner Wouter Koolmees heeft de taak om deze botsende belangen in banen te leiden, een klus die steeds ingewikkelder lijkt te worden. Deze week sprak hij alle zeven grootste partijen afzonderlijk en ontving hij hun brieven vol wensen en eisen. Volgende week dinsdag moet hij zijn eerste verslag presenteren, waarna de Tweede Kamer twee dagen later debatteert over de volgende stap: het aanwijzen van een informateur.

Of het zover komt, is echter onzeker. De toon is al gezet, en die is harder dan in de beginfase van eerdere formaties. Waar partijen normaal na de verkiezingen wat ‘ontdooien’ en voorzichtig ruimte maken voor onderhandeling, lijkt er ditmaal sprake van verharding. Niemand beweegt, iedereen positioneert zich voor de camera’s, en de kans op een patstelling neemt toe.

Een lange weg naar samenwerking

De kans is groot dat het formatieproces deze keer lang zal duren. Met de opstelling van de VVD aan de ene kant en de idealen van D66 aan de andere kant, lijkt een doorbraak voorlopig ver weg. Zelfs ervaren onderhandelaars vrezen dat er pas later in het jaar echt schot in de zaak zal komen.

Nederland heeft vaker met dit bijltje gehakt: ook in 2017 duurde het maanden voordat partijen over hun eigen schaduw konden stappen. Maar het verschil is dat de politieke verhoudingen nu nog scherper zijn en het vertrouwen tussen partijen fragieler dan ooit.

Het politieke spel in Den Haag is dus weer begonnen, en de eerste zetten verraden al hoe zwaar de komende weken zullen worden. Als D66 en VVD niet snel een opening vinden, dreigt Nederland opnieuw in een eindeloze formatie te belanden.

Een compromis lijkt op dit moment ver weg, maar het land wacht. Uiteindelijk is er maar één doel: een stabiele regering die durft te regeren in het belang van iedereen. Hoe dat eruit zal zien? Daarover zal nog menig nacht in Den Haag worden doorgepraat.

Wat vind jij: moet D66 vasthouden aan haar middenkoers of toch de deur op een kier zetten richting rechts? Praat mee op onze Facebookpagina en deel jouw mening over deze politieke krachtmeting.