Zestig jaar lang zat de inmiddels 81-jarige James Harrison elke week in de stoel om bloed te doneren. Daarmee redde hij het leven van 2.4 miljoen baby’s. Het bloed van de Australiër bevat namelijk een zeer zeldzame Rh0(D)-immunoglobuline. Met deze antilichamen is het mogelijk om resusantagonisme te bestrijden. Dat is een aandoening die voorkomt bij zwangere vrouwen en kan leiden tot miskramen en hersenbeschadigingen bij baby’s. In het ergste geval kan dat een dodelijke afloop hebben.
Via James z’n bloed werd echter een medicijn ontwikkeld die als effectief geneesmiddel gold: Anti-D. Dankzij het medicijn werden zelfs miljoenen baby’s gered. Eén van die baby’s was zijn eigen kleinzoon. In de meer dan 60 jaar dat hij actief was doneerde James maar liefst 1173 keer bloed. Vanwege z’n eigen gezondheid werd bij het bloedbank bepaald dat het beter was om met pensioen te gaan. Het zou het einde betekenen van een lange reis.
Vergezeld door een aantal moeders en baby’s wiens levens hij heeft gered, gaf James voor de laatste keer bloed. Wat ons betreft verdient de Australiër een diepe buiging.
https://youtu.be/LBHIrh69NnQ