Vijf jaar na de oprichting staat Omroep Zwart op een kruispunt. De organisatie, ooit geboren uit het maatschappelijke debat rondom racisme en representatie, viert haar jubileum in een sfeer van spanning en twijfel.
Directeur Akwasi, die het gezicht is van de omroep, spreekt openlijk over de obstakels en het gevoel van vijandigheid dat hij sinds de oprichting ervaart. De droom om een eerlijker en diverser medialandschap te creëren lijkt nog springlevend, maar het voortbestaan hangt aan een zijden draadje.
Van protest tot publieke zender
De oorsprong van Omroep Zwart ligt in de nasleep van de Black Lives Matter-beweging van 2020. Tijdens een protest op de Dam sprak Akwasi woorden die hem jarenlang zouden achtervolgen. Zijn felheid tegenover racistische tradities maakte hem het middelpunt van een storm, maar uit die controverse groeide ook een missie. In plaats van zich terug te trekken, besloot hij iets blijvends te bouwen: een omroep die ruimte biedt aan stemmen die tot dan toe te weinig gehoord werden.
In zijn boek *Brieven aan Anton de Kom* beschrijft hij het als een morele plicht. Als belastingbetaler voelde hij zich gerechtigd om een publieke zender op te richten die wél recht doet aan de verscheidenheid van Nederland. Die gedachte vormde de basis voor Omroep Zwart: een organisatie die inclusie niet als modewoord ziet, maar als kernwaarde.
De strijd om 100.000 leden
De realiteit is echter hard. Binnen het publieke bestel geldt een duidelijke regel: een omroep moet 100.000 leden hebben om te blijven bestaan. Voor Omroep Zwart staat de teller nog op 38.000. Een kloof van ruim zestigduizend leden die vóór december moet worden overbrugd. De tijd dringt en de onzekerheid groeit.
Akwasi weigert zich neer te leggen bij een mogelijk einde. Hij herinnert aan het begin, toen de omroep binnen enkele maanden tienduizenden mensen wist te overtuigen puur op basis van een idee. Nu, met tastbare programma’s en onderscheidende producties, hoopt hij opnieuw die vonk aan te wakkeren. “Wie gelooft in een eerlijke afspiegeling van Nederland, hoort bij ons,” zei hij vastberaden.
Zichtbaarheid en waardering
Ondanks de zorgen heeft Omroep Zwart de afgelopen jaren indruk gemaakt met opvallende producties. De documentaire *De Afhaalchinees* kreeg een nominatie voor de Zilveren Nipkowschijf, een erkenning die niet vanzelfsprekend is voor een jonge speler. Daarnaast wist de omroep via programma’s als *That’s My Jam* en diverse documentaires een breed publiek te bereiken. Toch blijft er volgens Akwasi een belangrijk gemis: de journalistieke aanwezigheid.
Daarom werkt het team aan een eigen actualiteitenprogramma, een ambitie die al sinds de oprichting in de lucht hangt. De focus lag eerst op cultuur en human interest, maar nu wil de omroep een plek veroveren in het nationale gesprek. Akwasi noemt het “een logische volgende stap” in de ontwikkeling van een volwaardige zender.
Een andere manier van omroepen
Wat Omroep Zwart onderscheidt, is de bewuste keuze om af te wijken van de gevestigde orde. De omroep wil niet lijken op NOS, AVROTROS of BNNVARA, maar een eigen sfeer en identiteit uitstralen. “Welke omroep heeft gele muren?” vroeg Akwasi retorisch in een interview. “Wij doen dingen anders omdat we andere mensen zijn. Dat is precies de bedoeling.”
Die eigen koers is zowel kracht als kwetsbaarheid. De organisatie probeert nieuwe taal te vinden voor wat publieke media kunnen zijn, maar dat leidt ook tot botsingen met traditionele structuren. In zijn woorden klinkt trots, maar ook eenzaamheid. Hij beseft dat er in de geschiedenis van de Nederlandse omroepen nooit iemand met zijn achtergrond aan het roer stond. Dat maakt de reis pionierend, maar ook zwaar.

Vijandigheid en veerkracht
De toon in Den Haag is niet altijd vriendelijk geweest. Akwasi zegt dat hij voortdurend weerstand voelt, niet alleen politiek maar ook in de publieke opinie. Toch lijkt die vijandigheid hem niet te breken. “Het hoort erbij,” zegt hij. “Het maakt me niet bitter, het maakt me beter.” Zijn uitspraak vat de houding samen waarmee hij de toekomst tegemoet treedt: volhardend, soms vermoeid, maar nooit verslagen.
Omroep Zwart ziet zichzelf niet louter als mediabedrijf, maar als maatschappelijk initiatief. Volgens Akwasi is het een goed doel in de breedste zin van het woord: een beweging die wil bijdragen aan een toekomst waarin iedereen zich herkend voelt. Dat idee, meer nog dan het succes van individuele programma’s, is wat de omroep drijft.
De komende maanden zijn cruciaal
Met de deadline in zicht is de spanning voelbaar. De campagne voor ledenwerving draait op volle toeren. Bekende artiesten, makers en sympathisanten proberen aandacht te trekken voor het belang van de omroep. Tegelijkertijd hangt het voortbestaan af van de vraag of genoeg Nederlanders zich solidair verklaren met het doel dat Omroep Zwart nastreeft.
Lukt het niet om de vereiste grens te halen, dan verliest de omroep haar plek binnen het publieke bestel. Een scenario dat niet alleen een tegenslag voor Akwasi zou betekenen, maar ook voor het streven naar een breder palet aan perspectieven in de media.
Een strijd die symbool staat voor meer
De toekomst van Omroep Zwart overstijgt de organisatie zelf. Het is een test voor het Nederlandse medialandschap: is er werkelijk ruimte voor vernieuwing, of blijft de macht van de gevestigde omroepen onaantastbaar? De komende weken zullen daar antwoord op geven.
Of de ledenactie slaagt, blijft ongewis. Wat vaststaat, is dat Akwasi en zijn team zich niet zonder slag of stoot gewonnen geven. Hun verhaal is er één van doorzetten tegen de stroom in, met als inzet niet alleen een zendtijdslot, maar ook de vraag hoe Nederland zichzelf in de spiegel wil zien.
De lezer kan daar zelf een oordeel over vormen. De discussie over diversiteit in de media raakt immers iedereen die zich afvraagt wat representatie werkelijk betekent. Deel je mening, reageer op Facebook en praat mee over de toekomst van Omroep Zwart.
Bron: Geenstijl.nl