Uitgelekt: Verian-methoden achter peilingfout EenVandaag stuurden kiezers op dwaalspoor..

De dagen voor de verkiezingen van 29 oktober werden kiezers overspoeld met grafieken, pijlen en zetelstanden. De EenVandaag/Verian-peiling, luid gepresenteerd via de publieke omroep, leek hét kompas voor de laatste stemkeuze.

Maar volgens data-analist Maurice de Hond was dat kompas stuk. Zijn analyse legt bloot hoe één ondeugdelijke methode miljoenen kiezers op het verkeerde been zette en de campagne merkbaar beïnvloedde.

Wat zich achter de schermen afspeelde, leest als een les in hoe niet te peilen. De Hond stelt dat Verian een te kleine steekproef gebruikte, slechts 1.151 respondenten, terwijl de foutmarge daarmee groter werd dan de verschuivingen die men dacht te meten.

Zo ontstond geen helder beeld, maar ruis verpakt als wetenschap. Toch kreeg deze peiling een prominente plek in talkshows, nieuwsrubrieken en zelfs in de Peilingwijzer, die vervolgens door de NOS werd overgenomen. Het gevolg: een collectieve misleiding vlak voor het stemmen.

Het broze fundament van de Verian-peiling

Een peiling die pretendeert nauwkeurigheid te bieden, moet beschikken over een stevige basis. Verian had dat niet. Met ruim duizend deelnemers probeerde het bureau gedetailleerde zetelverschuivingen te voorspellen.

Dat is alsof je op basis van een handvol druppels het hele weerpatroon van een storm probeert te verklaren. De Hond noemt het onverantwoord en niet professioneel, omdat de foutmarge de uitkomsten volledig vervormt.

Het gevolg was dat de cijfers van dag tot dag sprongen alsof de kiezer massaal van gedachte wisselde. Partijen als de ChristenUnie en JA21 leken volgens Verian binnen dagen tijd enorme verschuivingen te vertonen.

De Hond toonde aan dat dit statistisch onmogelijk is: zulke bewegingen veronderstellen dat tienduizenden kiezers in enkele dagen wisselen van partij, iets wat historisch gezien nooit voorkomt.

Onverklaarbare uitslagen en misleidende trends

De peiling van 28 oktober werd het dieptepunt. Verian voorspelde forse verliezen voor de PVV en JA21, terwijl linkse partijen volgens de cijfers juist winst boekten.

Peil.nl, het platform van De Hond, liet exact het tegenovergestelde zien. De VVD zou volgens hem juist stijgen naar 22 zetels — wat later ook de daadwerkelijke uitslag bleek te zijn. Verian zette de partij echter op zestien, een verschil dat in een electorale eindfase cruciaal is.

Deze afwijking bleef niet beperkt tot een enkel medium. Omdat de Peilingwijzer de resultaten van Verian meeneemt, sijpelden de fouten door in vrijwel alle nieuwsplatforms. Zo ontstond een kettingreactie: talkshows, radiozenders en kranten namen het over zonder de statistische basis te controleren. De kiezer kreeg daardoor 24 uur voor de stembusgang een beeld voorgeschoteld dat feitelijk niet bestond.

De ontbrekende correctiemodellen

Wat volgens De Hond de kern van de fout vormt, is dat Verian geen correctie toepaste voor kiezersloyaliteit. In moderne peilingen is het essentieel te weten hoe trouw kiezers blijven aan hun partij, welke groepen werkelijk twijfelen en waar beweging zichtbaar is.

Dat model ontwikkelde De Hond al in de jaren zeventig, maar Verian negeerde die basis. Daardoor ontstonden fictieve verschuivingen: partijen die zogenaamd kelderden of piekten zonder dat daar enige onderliggende realiteit voor bestond.

Het probleem is dat dit niet om een eenmalig incident gaat. De Hond wijst erop dat hij en anderen al eerder hebben gewaarschuwd voor de gebrekkige methode.

Toch bleef een reactie uit. Noch EenVandaag, noch Verian nam de moeite de kritiek serieus te behandelen. Zelfs Europese toezichthouders lieten het voor wat het was. Die passieve houding voedt het wantrouwen in de betrouwbaarheid van peilingen in het algemeen.

De schade voor het publieke vertrouwen

Peilingen zijn niet zomaar cijfers; ze sturen campagnes, beïnvloeden mediaverhalen en geven kiezers een indruk van waar hun stem strategisch het meeste effect heeft. Wanneer die cijfers niet kloppen, verschuift niet alleen het beeld maar ook het gedrag van de kiezer.

Een VVD’er die denkt dat zijn partij zwaar verliest, kan besluiten over te stappen naar een partij die wél lijkt te groeien. Dat is precies wat er volgens De Hond gebeurde. De foute peiling fungeerde als psychologisch duwtje in de verkeerde richting.

Het is opvallend dat de publieke omroep, die geacht wordt zorgvuldig te informeren, zulke cijfers zonder grondige controle verspreidde.

Het vertrouwen dat kijkers hebben in platforms als EenVandaag is groot, en juist daarom kan een slordige peiling meer schade aanrichten dan een anonieme internetpoll. Wanneer onderzoeksjournalistiek wordt verward met marketingstatistiek, verliest het publiek zijn houvast.

Een patroon dat zich herhaalt

Het is niet de eerste keer dat De Hond aan de bel trekt. In eerdere campagnes wees hij al op systematische fouten in peilmethodes van gevestigde onderzoeksbureaus.

Vaak verdwijnen die waarschuwingen in een lade, tot ze na de verkiezingen alsnog worden bevestigd door de uitslag. De huidige kwestie is volgens hem extra ernstig omdat ze direct de laatste campagneweek beïnvloedde. Politieke partijen baseerden hun strategie op gegevens die later onjuist bleken.

Ook binnen journalistieke kringen klinkt inmiddels gemor. Er groeit een besef dat mediapeilingen te vaak worden gepresenteerd als harde wetenschap, terwijl ze in werkelijkheid afhankelijk zijn van aannames, gewichten en modellen die zelden openbaar worden gemaakt. Transparantie ontbreekt, en daarmee ook controleerbaarheid.

Tijd voor herziening van de peilcultuur

De storm rond Verian en EenVandaag toont dat Nederland toe is aan een herziening van hoe peilingen worden gemaakt én gebracht. Er is behoefte aan strengere kwaliteitsnormen, grotere steekproeven en een verplichting tot open methoderapporten. Zolang media blind varen op cijfers die ze niet begrijpen, blijft de kans bestaan dat de kiezer verkeerd wordt voorgelicht.

De Hond mag dan omstreden zijn, zijn kritiek raakt een punt dat verder reikt dan persoonlijke reputatie: de geloofwaardigheid van de democratische informatievoorziening. Wanneer publieke zenders foute data presenteren, raakt dat aan het fundament van het politieke vertrouwen.

Wie de toekomst van eerlijke verkiezingen serieus neemt, kan niet wegkijken van deze fouten. Het is tijd dat redacties en onderzoeksbureaus hun verantwoordelijkheid nemen, data onafhankelijk laten toetsen en transparant zijn over hun werkwijze. Alleen dan kan het vertrouwen in peilingen worden hersteld.

Wat denk jij? Moeten peilingen strenger gecontroleerd worden of hoort onzekerheid nu eenmaal bij democratie? Reageer en discussieer mee op Facebook.

Bron: Dagelijksestandaard.nl