Wederom een enorme klap voor de PVV: ‘De vernedering van rechts’

De spanning in Den Haag liep opnieuw hoog op nadat Thom van Campen na drie rondes werd aangewezen als nieuwe Kamervoorzitter. Hoewel Martin Bosma in de eerste twee rondes ruim bovenaan stond, werd hij toch terzijde geschoven.

Het beeld dat daarna ontstond zorgde voor felle reacties vanuit de politiek én vanuit het publiek. Alles voelde alsof niet de kwaliteiten van een ervaren voorzitter het verschil maakten, maar eerder de wens om één specifieke kandidaat koste wat het kost te blokkeren, wat de geloofwaardigheid van het proces verder onder druk zette.

Voor velen was het opvallend dat Bosma ondanks zijn zorgvuldige manier van leiden geen eerlijke kans leek te krijgen. Zijn reputatie van helderheid en kalmte werd breed erkend, zelfs door politieke tegenstanders.

Toch draaide de stemming niet om bewezen ervaring, maar om strategische afspraken tussen partijen die liever een minder voor de hand liggende voorzitter zagen dan iemand die al had laten zien de zaal in balans te kunnen houden.

Felle reacties op sociale media

Op sociale media klonk luid verzet. Oud-Kamerlid Harm Beertema wees erop dat de uitslag van de rondes moeilijk te rijmen viel met een neutrale afweging van kwaliteiten. Zijn analyse dat de derde ronde meer weg had van een blokkade dan van een keuze, werd door duizenden gedeeld.

Mensen vroegen zich af of de Kamer zichzelf nog serieus neemt wanneer een kandidaat met ruime voorsprong in eerdere rondes later alsnog wordt weggestemd door een bundeling van partijen die vooral een ongewenste uitkomst wilden vermijden.

Ook Elbertus van Lagen sprak over het dalende vertrouwen in de politiek. De gedachte dat dat percentage nóg lager zou kunnen zakken, raakte een gevoelige snaar. Het publiek zag live hoe een bekwame voorzitter werd vervangen zonder dat zijn functioneren ter discussie stond.

De gebeurtenis voelde voor velen als een symbolisch moment waarin politieke strategie belangrijker werd gemaakt dan het oordeel van de kiezer.

Journalistieke kritiek op de gang van zaken

Journalist Bart Nijman bracht de frustratie in scherpe woorden onder. Zijn verwijzing naar een besloten kring waarin politici elkaar vooral bezig lijken te houden met interne loyaliteiten, vond gretig gehoor bij een grote groep kijkers.

In zijn ogen werd niet gezocht naar de beste voorzitter, maar naar de veiligste optie binnen een coalitie van partijen die elkaar al langer ondersteunen. Voor velen gaf zijn reactie precies weer wat zij dachten terwijl de stemmingen zich ontvouwden.

Deze kijk op het proces leidde ertoe dat de vergadering in het parlement voor veel burgers voelde als een toneelstuk waarbij de uitkomst vooraf al min of meer vaststond.

Niet door kwaliteit of ervaring, maar door politieke belangen waar de kiezer weinig invloed op heeft. De teleurstelling daarover kwam duidelijk naar voren in talks­hows, radio-interviews en reacties online.

Een gevoel van buitensluiting bij een grote groep kiezers

Het wegstemmen van Bosma werd door veel mensen niet alleen gezien als een beslissing tegen de PVV, maar ook als een signaal aan iedereen die rechts stemde bij de verkiezingen van 29 oktober.

Het gevoel dat deze achterban wel de grootste groep vormt, maar niet de grootste invloed krijgt, werd door velen bevestigd. Het leek alsof het parlement in deze kwestie eerder probeerde een oude machtsverhouding te behouden dan een democratisch signaal te respecteren.

In de politieke wandelgangen klonken soortgelijke geluiden. De beslissing had de uitstraling van een reflex die vaker in het verleden is gezien: een gezamenlijke greep naar stabiliteit binnen het midden, ook als dat betekent dat een ervaren voorzitter aan de kant wordt gezet.

Het riep de vraag op of het parlement werkelijk bereid is om de stem van de kiezer centraal te stellen of vooral bezig blijft met het vasthouden van vertrouwde verhoudingen.

De gemiste kans voor een geloofwaardige keuze

Tijdens de derde ronde lag een kans om te tonen dat kwaliteit boven partijstrategie staat. Door Bosma terzijde te schuiven, terwijl hij in eerdere rondes overtuigend bovenaan stond, bleef vooral de indruk hangen dat politieke berekening de boventoon voerde.

Het maakte de kloof tussen politiek en burger nog zichtbaarder voor iedereen die het proces volgde. Deze gebeurtenis liet zien hoe kwetsbaar het vertrouwen in de democratische instituties al is en hoe snel het kan worden aangetast wanneer het parlement zichzelf vastbijt in oude patronen.

De teleurstelling die daardoor ontstond, heeft de publieke discussie verder aangejaagd. Veel mensen vragen zich af hoe geloofwaardig een voorzittersverkiezing nog is wanneer het oordeel over vakmanschap niet leidend lijkt.

Het voedt het idee dat het politieke midden elkaar steunt zodra een minder gewenste partij op het punt staat een zichtbare functie in te nemen, wat de verdeeldheid in het land verder versterkt.

Tijd voor een open gesprek over vertrouwen

Wat bovenal blijft hangen, is dat deze gang van zaken geen bijdrage heeft geleverd aan het herstel van vertrouwen. Politiek zou moeten gaan over eerlijkheid, degelijkheid en de wens om het parlement fatsoenlijk te organiseren.

Het beeld dat nu is ontstaan, laat iets anders zien. Daarom is het belangrijk dat het publiek gehoord wordt en dat dit onderwerp niet zomaar wegzakt.

Het zou goed zijn wanneer iedereen die deze kwestie volgt, mee praat over hoe de democratische cultuur beter kan worden bewaakt.

Deel gerust gedachten, vragen of ervaringen op Facebook en sluit aan bij het gesprek dat overal in het land wordt gevoerd, want alleen samen kan worden bekeken hoe het vertrouwen in de politiek weer kan worden versterkt.

Bron: Dagelijksestandaard.nl