De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor extremisme en radicalisering. Die focus lag lange tijd vrijwel uitsluitend op rechtse groeperingen.
Maar inmiddels klinkt er een ander geluid. Sommige analisten, zoals journalist Wierd Duk, stellen dat ook de linkerflank een stevige opmars maakt — en dat juist daar te weinig kritisch naar wordt gekeken.
Volgens hem groeit er een onderstroom van radicale ideeën die zich stilletjes een weg baant door maatschappelijke organisaties, ambtelijke lagen en zelfs overheidsinstellingen.
Deze vermeende invloed is volgens verschillende bronnen niet alleen ideologisch zichtbaar, maar ook organisatorisch voelbaar.
Binnen publieke instellingen zou een informele machtsstructuur zijn ontstaan waarin progressieve idealen niet alleen dominant zijn, maar ook actief worden uitgedragen. Denk aan beleidsvoorstellen die sterk ideologisch gekleurd zijn of aan de samenstelling van adviesraden waarin slechts één wereldbeeld lijkt door te klinken.
Wat deze ontwikkeling volgens critici zo delicaat maakt, is de manier waarop deze linkse netwerken opereren. In tegenstelling tot hun rechtse tegenhangers, die vaak openlijk provoceren en zichtbaar opereren, werkt deze stroming veel subtieler.
Via opleidingen, culturele instellingen en belangenorganisaties ontstaat een diffuus maar krachtig netwerk dat volgens sommige waarnemers invloed uitoefent op besluitvorming en beleidsvorming.
Er gaan zelfs geluiden op dat bepaalde benoemingen binnen publieke organen beïnvloed worden door deze ideologische voorkeuren.
Niet door directe partijpolitiek, maar door een sluipende normverschuiving waarin alleen ‘het juiste geluid’ nog welkom is. Daardoor ontstaat volgens critici een risico op eenzijdigheid in het publieke debat en een afname van institutionele neutraliteit.
Bron: Skoften.net